De pannenkoekplant: misschien heb je er zelf ook een, want de plant is nu heel populair. Ik heb er zelf twee (en vier stekjes) en vandaag schrijf ik over de pannenkoekplant en hoe je deze kan stekken!
De pannenkoekplant (Pilea Peperomioides) is een vetplant. Hij houdt van zon, maar niet van directe zon. Mijn planten staan wel direct in de zon in de vensterbank. Ik houd het goed in de gaten en zet ze soms in de schaduw. Tot nu toe gaat dat prima!
De bladeren van de plant groeien naar de zon toe, dus het is slim om de plant af en toe te draaien. Zo voorkom je dat alle bladeren (en de stam) naar één kant groeien.
De pannenkoekplant wordt ook wel een vriendschapsplant genoemd omdat de plant heel veel kleine ‘baby’s’ krijgt. Deze kan je vervolgens stekken en doorgeven. Wist je dat de plant ongeveer 20-30 baby’s per jaar krijgt?
Het stekken van een pannenkoekplant
De baby’s kan je stekken wanneer het plantje ongeveer 4 cm is en ongeveer 8 blaadjes heeft. Met een schaar of mesje graaf je de baby zo veel mogelijk uit. Vervolgens knip je het stekje zo dicht mogelijk bij de moederplant af (zo verliest de moederplant minder energie).
Als het stekje al wortels heeft kan je het meteen in een bakje met aarde zetten. Je kan ook stekaarde gebruiken, zo groeit het stekje nog sneller (ik gebruik dit niet).
Als het stekje nog geen/weinig wortels heeft kan je het stekje in een glaasje/bekertje water zetten. Zorg ervoor dat de ‘wortel(s)’ helemaal onderwater staan. Je moet zelf een beetje inschatten wanneer het plantje genoeg wortels heeft (ongeveer 1-2 weken).